De beurskrach in de jaren dertig en de financiële crisis in het begin van deze eeuw hadden een enorme invloed op de arbeidsmarkt. Maar de impact van COVID-19 is zelfs in vergelijking hiermee ongekend. Nooit eerder waren er in een jaar meer en ingrijpendere ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te signaleren dan in coronajaar 2020.
Jan Putting, business development manager bij Yacht, en collega Bart van Krimpen, market intelligence analist, laten in de vorm van een top 10 hun licht schijnen over de meest relevante trends. Deze trends zijn:
- Roep om baan-baantransitie biedt kansen
- Cruciale beroepen in de lift
- Toenemende polarisatie
- Aan het infuus van de overheid
- Zoektocht naar juiste balans bij massaal thuiswerken
- Mondmasker biedt stof tot nadenken over risico's open economie
- Jongeren krijgen zwaarste klappen
- Ziekteverzuim hand in hand met kracht corona
- Noord- en Oost-Nederland aantrekkelijker
- Buitenlandse werknemer blijft thuis.
1. Roep om baan-baantransitie geeft kansen
De roep om baan-baantransitie klinkt in 2020 luider dan ooit. Dit kun je zien als een rechtstreeks gevolg van het verschil van impact van COVID-19 op de diverse sectoren. De luchtvaart, horeca en cultuur zien een dramatische afname in marktvraag, terwijl bijvoorbeeld e-commerce, foodretail en pakketbezorging door het dak gaan. In de media zijn al vele voorbeelden getoond, met onder meer een voormalig grondstewardess die nu als zorghulp werkt. Voor wie goed naar de vereiste competenties kijkt bij beide functies, is de move veel minder vreemd dan deze op het eerste gezicht lijkt. Veel skills, maar ook kennis, komen in een breed scala aan beroepen overeen, ook buiten de eigen sector. Met deze frisse blik wordt nu door menig werknemer én werkgever gekeken naar de arbeidsmarkt. We zien dit als een ontwikkeling die de komende jaren doortrekt.
2. Cruciale beroepen in de lift
De term cruciaal beroep klinkt iedereen in Nederland inmiddels bekend in de oren. We denken dan vaak als eerste aan de zorg en het onderwijs, met medewerkers die essentieel zijn om de samenleving draaiende te houden tijdens de pandemie. Mede door alle aandacht in de media zijn de waardering en interesse voor deze beroepen duidelijk toegenomen. Zo kregen de Pabo en de opleiding tot verpleegkundige met respectievelijk 34 en 17% substantieel meer (voor)aanmeldingen dan in 2019. Gelet op het huidige tekort aan medewerkers in deze sectoren, is baanzekerheid een aangename en extra motiverende prikkel om je in deze richting (om) te scholen. Ook is er meer aandacht voor arbeidsomstandigheden en -voorwaarden. Dit betekent overigens niet altijd dat dit wordt omgezet in concrete aanpassingen. Neem alleen al de stroeve onderhandelingen rondom de cao in de zorg.
3. Toenemende polarisatie
De markt voor hoger opgeleiden wordt minder geraakt dan die van de lager opgeleiden of elementaire beroepen. De impact van de coronacrisis op onze arbeidsmarkt is niet evenredig verdeeld. Sectoren met in meerderheid hoger opgeleid of gespecialiseerd personeel, lijden relatief minder onder de coronacrisis. Denk aan de ICT en de techniek; sectoren die kampten met een behoorlijke schaarste aan personeel. En was COVID-19 wel voelbaar, dan is inmiddels het pre-coronaniveau weer bereikt. Daar staat tegenover dat beroepen met een lagere opleidingseis, die voor de uitbraak van corona bovendien een ruime(re) arbeidsmarkt kenden, juist een flinke afname in marktvraag laten zien.
Bekijk meer data over de arbeidsmarkt krapte in onze recente arbeidsmarkt update.
4. Aan het infuus van de overheid
Omzetten die van de ene op de andere dag volledig wegvallen. Voor menig ondernemer is het gevolg van COVID-19 op de handel enorm. We zien regeringen wereldwijd op verschillende manieren reageren, waarbij Nederland kiest voor het steunen van bedrijven door doorbetaling van loon: de NOW-regeling. Het gaat om serieuze aantallen. Bedrijven die tussen maart en juni de NOW aanvragen vertegenwoordigen ongeveer 30% van alle banen in ons land. Bij ronde 2 en 3 is het aantal een stuk lager, maar nog altijd substantieel. Het effect van dit infuus door de overheid is op korte termijn helder: een veel geringer banenverlies. Wat het effect op langere termijn is, dat is vooralsnog koffiedik kijken.
5. Zoektocht naar juiste balans bij massaal thuiswerken
Misschien wel samen met corona het woord van het jaar: thuiswerken. Voor velen enerzijds een uitdaging en anderzijds een kans. De uitdaging zit ’m in aspecten als het realiseren van de juiste (en voldoende) werkruimte in eigen huis, inclusief alle faciliteiten, en de opvang van en omgang met de kinderen. Tegelijkertijd zijn werkenden én werkgevers zich veel bewuster geworden van de mogelijkheden om (deels) thuis te werken. Belemmeringen op technisch en bedrijfscultureel vlak zijn noodgedwongen aan het begin van de coronacrisis weggenomen. Het is aannemelijk dat we in 2021 thuiswerken beschouwen als normale werkvorm in plaats van als een leuk extraatje voor een relatief kleine groep. Essentieel daarbij is het vinden van een juiste balans tussen werk en privé. Het gevaar van langer (lees: te lang) doorwerken ligt op de loer. Samen met het missen van de sociale contacten op de werkvloer kan dit op termijn leiden tot burn-outgerelateerde klachten.
6. Mondmasker biedt stof tot nadenken over risico’s open economie
Wat COVID-19 ons opnieuw duidelijk maakt is dat Nederland (en de Europese Unie) als open economie gevoelig is voor externe tegenwind en beslissingen. Zeker nu gaan we daaronder gebukt, door deze coronacrisis met haar grootschalige economische (en maatschappelijke) impact. Ook politieke beslissingen, zoals de Brexit, raken ons hard. Toegenomen protectionisme en dreiging van handelsoorlogen zetten aan tot nadenken over hoe we in de toekomst met dit soort risico’s moeten omgaan. Niet uitgesloten is dat veel productieketens minder wereldwijd worden. Hoe moeizaam het verkrijgen van (voldoende) mondmaskers in de eerste maanden verliep voor ons land, is wellicht de meest tastbare prikkel om hier in de komende jaren veranderstappen in te zetten.
7. Jongeren krijgen zwaarste klappen
De groep op de arbeidsmarkt die de zwaarste klappen krijgt? Dat zijn de jongeren. Niet in de laatste plaats omdat zij relatief vaak werkzaam zijn in sectoren die hard zijn getroffen door corona, waaronder horeca en cultuur. Overigens zien we - om uiteenlopende redenen - vrijwel iedere crisis dat jongeren het nadrukkelijkst worden geraakt. Wat de geschiedenis ook leert: bij het aanbreken van betere tijden daalt het werkloosheidscijfer onder jongeren ook weer rap. Onder meer dankzij hun grote mate van flexibiliteit.
8. Ziekteverzuim hand in hand met kracht corona
Het coronavirus heeft direct impact op het ziekteverzuim. Tegelijkertijd is de verwachting dat het ook op de langere termijn zijn sporen nalaat. Een verslechterde lichamelijke en geestelijke gezondheid kan in de toekomst leiden tot een verhoogd risico op uitval door burn-out. Los daarvan zien we de uitval dit jaar het sterkst toenemen in sectoren die sterk zijn geraakt door corona: handel, horeca en cultuur. En natuurlijk in de zorgsector, als gevolg van de werkdruk en het directe contact met coronapatiënten. Angst voor baanverlies kan daarentegen het korte verzuim juist verkleinen. Gelijktijdig is er de afname van verzuim (jaar op jaar) bij de overheid, ICT en in het onderwijs.
9. Noord- en Oost-Nederland aantrekkelijker
Noord- en Oost-Nederland winnen aan populariteit als gevolg van COVID-19. Op de eerste plaats omdat de arbeidsmarkt hier minder hard getroffen is dan die in de Randstad en in het bijzonder die in Groot-Amsterdam, voorheen een belangrijke groeimotor. Dit door het relatief grote aandeel van sectoren als horeca, toerisme en cultuur in de Randstad. Samen met onder meer de verminderde invloed van reistijd als gevolg van thuiswerken en het belang van een gezonde (groene) leefomgeving, maakt dit werken en wonen in ‘het buitengebied’ voor velen aantrekkelijk. Met ook als gevolg: een bovengemiddeld sterke stijging van de huizenprijzen buiten de grote steden. Of dit effect zich doorzet in 2021 is lastig te zeggen. Het is wel een interessante trendbreuk die zich in 2020 manifesteert.
10. Buitenlandse werknemer blijft thuis
De internationale reisbewegingen zijn drastisch afgenomen. Dat heeft natuurlijk ook zijn stempel gedrukt op de arbeidsmarkt. Voor zowel hoog- als laagopgeleiden. Het aantal expats is sterk afgenomen. We zien bij kennismigranten een daling van meer dan 25%. Ook het aandeel productiemedewerkers uit – veelal – Oost-Europa neemt flink af. Of het niveau van voor-corona terugkeert, is zeer de vraag. We vermoeden van niet, zeker voor wat betreft het aantal hoogopgeleiden. Een goede indicator is het gedrag van buitenlandse studenten in ons land; hun aantal is in 2020 met 30 tot 50% afgenomen. Bovendien is de verwachting dat afgestudeerden eerder naar het thuisland terugkeren.
Zicht op betere tijden
Hoe zetten deze ontwikkelingen zich in 2021 door? Dat is natuurlijk de grote vraag. De antwoorden zijn stuk voor stuk afhankelijk van de mate waarin COVID-19 zich manifesteert. En van de manier waarop de (grote) overheden hiermee omgaan. Maar met alle opgedane ervaringen en de komst van het vaccin, biedt onze toekomstblik zeker zicht op weer betere tijden. Wanneer in 2021 durven we niet te zeggen, maar in de loop van het jaar krijgen we corona samen onder controle.
Van windstilte geen sprake
In de aanloop naar die gewenste post-coronafase komt er ongetwijfeld ook weer oog voor de zaken die geen verband houden met deze pandemie, maar wel van invloed zijn op de arbeidsmarkt. Natuurlijk is dat Brexit, maar ook de (inmiddels veelal vertrouwde) ontwikkelingen als vergrijzing, diversiteit, digitalisering en automatisering. De zwaarste coronastorm lijkt te zijn gaan liggen. En met een voorspelling van werkloosheidscijfers die minder hard stijgen dan eerst werd aangenomen, is een eerste zonnestraaltje waargenomen. Maar van windstilte op de arbeidsmarkt is nog geen enkele sprake. Wordt gevolgd en vervolgd!
Meer weten?
Benieuwd naar de meest recente arbeidsmarkt ontwikkelingen? Bekijk dan onze laatste arbeidsmarktupdate.
Geraadpleegde bronnen: CBS, CPB, UWV, Jobdigger, Vereniging Hogescholen, Rijksoverheid, Randstad Groep Nederland