Wat betekenen de ontwikkelingen in mobiliteit de komende jaren voor het straatbeeld in onze steden? Over het antwoord hoeft Mariet de Haas niet lang na te denken. Een minder prominente rol voor eigen auto’s is voor de Yacht-professional even vanzelfsprekend als essentieel. De toekomst is aan deelvoertuigen en andere klimaatvriendelijke en ruimtebesparende vervoersmiddelen. Een boeiend gesprek over mobiliteit en de mobiliteitstransitie.
Future of Mobility
Met veel plezier en voldoening kijkt Mariet de Haas terug op haar klus van anderhalf jaar bij de gemeente Den Haag. Als beleidsadviseur mobiliteit en gebiedsplanoloog heeft ze op een drietal terreinen werkzaamheden uitgevoerd die te maken hebben met de mobiliteitstransitie, een onderwerp waarmee ze ‘bij toeval’ kennismaakte.
Voordat ze als professional bij Yacht startte, kwam ze bij haar toenmalige werkgever als adviseur terecht in een intern adviesorgaan, Future of Mobility geheten. Mariet: “Dat bleek mij op het lijf geschreven. Niet vreemd. Enerzijds was er een directe link met duurzaamheid en dat vind ik heel belangrijk. Anderzijds kwam innovatie intensief om de hoek kijken. En dat is juist wat ik superinteressant vind.”
Autodelen vanaf het begin
Bovendien liggen de werkzaamheden op het vlak van mobiliteit helemaal in lijn met hoe Mariet als persoon in het leven staat. “Ik heb mijn rijbewijs al vele jaren, maar nog nooit zelf een auto gehad. Auto’s in het straatbeeld vind ik niet mooi. En autorijden op fossiele brandstof is totaal niet duurzaam. Vanaf het eerste moment dat ik mocht rijden heb ik voor autodelen gekozen. Ik praat nu over 1997. Zelfs in Amsterdam, waar ik toen woonde, was autodelen destijds nog vrij uitzonderlijk. Ik rijd enkel vanuit functioneel oogpunt. Als ik iets moet oppikken of als de bestemming op een andere manier niet bereikbaar is. Kan ik op de fiets of met het openbaar vervoer, dan kies ik daar altijd voor.”
Klimaatverandering, bereikbaarheid en leefbaarheid
Mobiliteitstransitie heeft Mariet nooit meer losgelaten. Sterker, in de loop der jaren ontwikkelde ze zich tot een ervaren professional op dit onderwerp. Alle (grote) steden in ons land stimuleren deze omslag. Den Haag zeker niet uitgezonderd. Met een zestal termen zet onze Hofstad de uitgangspunten en doelstellingen neer: veilig, efficiënt, schoon, op maat, betaalbaar en verbonden.
“Met het oog op het klimaat, de bereikbaarheid en leefbaarheid is anders omgaan met mobiliteit essentieel. En dat betekent met name: een minder prominente rol voor de eigen auto. Net als in andere steden is het verkeer de voorbije decennia in Den Haag drukker en drukker geworden. Daar komt bij dat de stad naar verwachting met 70.000 inwoners groeit tot 2040. Dan kun je niet anders dan afscheid nemen van het concept dat iedereen een eigen auto heeft. Dat betekent dat we allerlei andere vormen van mobiliteit naar voren moeten brengen. Het delen van vervoermiddelen is een heel goed alternatief, net zoals openbaar vervoer natuurlijk.”
Ik weet hoe belangrijk ieders rol is bij het succesvol implementeren en borgen van alle plannen. Om die reden moet je ook iedereen vanaf het begin betrekken.
Diplomatiek
Haar werkzaamheden bij de gemeente Den Haag start Mariet in het voorjaar van 2019. Ze gaat als gebiedsplanoloog aan de slag in het stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg. Een van de vragen luidt: hoe kunnen we hier de mobiliteitstransitie realiseren? Haar ervaring komt daarbij goed van pas. Zeker ook op het vlak van hoe om te gaan met de bewoners en hun belangen, die soms niet stroken met wat de gemeente beoogt. “Ik heb in de loop der jaren geleerd om goed naar mensen te luisteren, begrip te tonen voor hun standpunt, maar gelijktijdig ook duidelijk aan te geven wat wel en wat niet kan. Vroeger kon ik bot uit de hoek komen of wilde ik iedereen te vriend houden. Nu slaag ik er beter in diplomatiek om te gaan met tegenstrijdige belangen.”
Het creëren van draagvlak, daar draait het bij Mariet om. “Ik weet hoe belangrijk ieders rol is bij het succesvol implementeren en borgen van alle plannen. Om die reden moet je ook iedereen vanaf het begin betrekken. Bijvoorbeeld de medewerkers van handhaving en communicatie. Bij het realiseren, tot leven brengen en handhaven van alle ideeën spelen ook zij een vooraanstaande rol. Dus moeten zij vanaf de start deel uitmaken van het projectteam. Hoe praktischer en beter alles vooraf is afgestemd, hoe succesvoller het vervolgtraject.”
Het recht van de snelste
Mariet vertelt met bevlogenheid over haar werk. Zo geeft ze een leestip: het boek ‘Het recht van de snelste’ van Thalia Verkade en Marco te Brömmelstroet. Je wordt als lezer meegenomen in een verhaal over verkeer waarin duidelijk wordt dat we eigenlijk alles bekijken vanuit het gebruik van de auto. Dat vinden we normaal, terwijl het misschien helemaal niet zo logisch is.
“De eigen auto staat gemiddeld 95% van de tijd stil. En als je dan bedenkt hoeveel ruimte de auto in beslag neemt, nog los van aspecten als duurzaamheid en klimaatverandering, dan is dat bizar. Op dezelfde parkeerplaats kunnen wel zes scooters staan en nog meer fietsen”, becijfert Mariet, die overigens wel een duidelijke verandering in de algemene houding constateert. “Bracht je dit soort onderwerpen een aantal jaren geleden ter sprake, dan was het nog iets heel aparts. Je merkt nu dat het begint te draaien. Dat zie je ook aan de reacties van collega’s als je vertelt dat je op de fiets naar het werk gaat. Vijftien jaar geleden zag ik collega’s in het bedrijfsleven denken: ‘wat een loser’. Veel meer dan nu was de auto toen een statussymbool. Je merkt dat de fiets inmiddels meer en meer als hip wordt beschouwd.”
Verrommeling voorkomen
Behalve met de transitie in het stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg hield Mariet zich in Den Haag ook bezig met een project in de binnenstad, waarbij het gaat over fietsers in een voetgangersgebied. En ze richtte zich op de implementatie van het beleid voor deelfietsen en deelscooters. De aanpak in Den Haag noemt ze uniek. “In veel andere steden wordt uitgegaan van een maximumaantal om verrommeling door ongebruikte voertuigen in de openbare ruimte te voorkomen. In Den Haag niet. Elke aanbieder die aan de eisen voldoet krijgt een vergunning. Maar de fietsen en scooters moeten wel blijven bewegen. De gemeente volgt dan ook het gebruik. Blijken de fietsen of scooters van een aanbieder niet te worden benut, dan moeten zij het aantal naar beneden bijstellen, op straffe van intrekking van de vergunning. Zo voorkomt Den Haag massa’s ongebruikte fietsen en scooters in het straatbeeld.”
Leren van tegenvallers
Het verheugt Mariet dat overheden - en ook steeds meer bedrijven - waarde hechten aan duurzaamheid en de mobiliteitstransitie stimuleren. Het is begrijpelijk dat dit gaat met vallen en opstaan. Mariet moet denken aan de pilot die voorafgaand aan invoering van het beleid werd gehouden met deel(bak)fietsen en deelscooters. “In een van de eerste weken trokken de gebruikers op een zomerse dag massaal op de deelscooter vanuit de stad naar het strand van Scheveningen. Dat was niet voorzien en het zorgde voor de nodige parkeer- en stallingsproblemen. Tal van burgers klaagden hierover, ook bij de verantwoordelijk wethouder. Voor je het weet is het een politiek issue. Daar is van geleerd en bij het ingaan van het beleid is hier lering uit getrokken, onder meer door nauw samen te werken met de aanbieders en door parkeerplaatsen te maken speciaal voor scooters. Zo kom je bij de transitie zaken tegen die je niet voorziet. Maar dat is geen reden om je te laten afschrikken. Je speelt er gaandeweg op in en leert van de tegenvallers. Op die wijze komt de transitie met gebundelde krachten tot stand.”